Na de oorlog wordt hij schrijver van boeken en jaarlijks publiceert hij meerdere titels. Norel staat bekend om zijn grondige onderzoek, waardoor zijn boeken – behalve zeer vermakelijk – ook prachtige onderwijsmiddelen zijn.
Klaas Norel was actief lid van de gereformeerde kerk en dat lees je in zijn boeken terug. Later zag hij meer in de Oecumene en was hij betrokken bij het samensmelten van diverse religieuze politieke stromingen tot het CDA.
Ondergewaardeerd
In het huidige gejaagde schrijversland krijgt Klaas Norel zeker niet de waardering die hij verdient. Zijn trage vertellingen brengen je heel dicht bij de hoofdpersoon. Je maakt het leven door hun ogen mee en leeft hun leven. Het is een fantastisch schrijver die zelfs de kleinste details uitzocht, want alles moest kloppen.
De Mannen van Sliedrecht is mijn favoriet. Het boek vertelt het verhaal over de opkomst van de Nederlandse baggerindustrie door de ogen van de 11 jarige Jan. Hij doet het heel goed op school, maar moet baggeren om centen te verdienen voor het grote gezin waarvan de vader is overleden. Jan gebruikt zijn hersens, innoveert de branche en is bij grote projecten betrokken. In tranen beleefde ik het gereedkomen van de afsluitdijk door de ogen van Jan.
Meer Norel graag
Hoofdpersonen zijn bij Klaas Norel nooit perfect en geen helden. Het zijn mensen, zoals u en ik. Mensen die twijfelen aan hun eigen nut en die zich doorlopend afvragen of hetgeen ze doen wel het juiste is. Het zijn mensen die hun uiterste best doen, meestal voor een ander.
Meer dan ooit heeft de wereld behoefte aan mensen zoals Klaas Norel.
De laatste tien minuten voor het optreden sta ik eenzaam achter de coulissen in het donker. Even voel ik me even een schoolkind dat weg wil lopen voor het begin van een tentamen.Â
Dan zie ik de emotionele achtbaan voor me en vraag ik mezelf af: âWat doe je jezelf toch aan?â
En elke keer geef ik mezelf hetzelfde antwoord: âStel je niet aan, het gaat niet om jou.â
Het gaat inderdaad niet om mij. Het gaat om de personages die op dat moment in het donker als het ware om me heen staan. Ze fluisteren in mijn oor: âDoe het! Alsjeblieft vertel mijn verhaal. Alsjeblieft! D mensen moeten het weten. Mijn verhaal is belangrijkâ.Â
Dan haal ik diep adem en stel mezelf beschikbaar voor hun verhaal. Opdat ze echt kunnen bestaan. Even, misschien maar voor een uur of twee uur, maar wel levensecht.
Op de radio hoorde ik een topman van een grootwinkelbedrijf klagen over de toename van geweld in de winkels. Overvallen en intimidatie van medewerkers zijn aan de orde van de dag aldus de topman. Daarna mocht hij zonder tegenspraak uitweiden over het succes van Halloween in Nederland. De uit de VS geĂŻmporteerde feestdag geeft de retail toch maar mooi een duwtje in de rug. Tot zijn enthousiasme voor halloween had ik met hem te doen over het geweld op de winkelvloer.
Hardlopers zijn skeletten, bloeddorstige spinnen en kunstbloed, zo vertelde hij lachend. Jammer dat de journalist van dienst de winkelier niet vroeg naar de mogelijke samenhang tussen die door de commercie gekaapte feestdag en het geweld in de winkels. Of denkt zoân topman echt dat de populariteit van tuinen vol zombies met kettingzagen, afgehakte ledematen en liters kunstbloed de warmte in de samenleving ten goede komt?
De jonge rekruten trekken hun uniformen aan. In de dertiende minuut (vanaf 13.15 om preciezer te zijn) duikt mijn bril op.
Als je op Netflix inmiddels de nieuwe ‘im Westen nichts Neues’ hebt gezien, dan herken je vast de scene met de bril aan het begin van de film. Daar vervangt een hoofdrolspeler zijn normale bril door een actiebril die ook goed past onder gasmaskers.
Toen ik ‘Zij zagen Oorlog’ maakte had ik precies zo’n bril in gedachten voor de scene met de Unteroffizier die de verantwoordelijkheid terug komt geven aan zijn bevelhebber. Na lang zoeken vonden we zo’n bril uiteindelijk bij een antiekwinkel in Arnhem, nieuw en nog in het originele blik.
In Windesheim kreeg ik complimenten omdat mijn voorstelling zo dicht bij het boek blijft. En dan gaat het niet om de teksten of het verhaal, maar om de intimiteit en de intensiteit. Ik vind het juist de uitdaging om het gevoel dat een boek me geeft over te brengen op toneel.
Maker ‘All quiet’ heeft boek niet aangeraakt
Dat het ook anders kan bewijst de maker van de remake van âAll Quiet on the Western Frontâ, de door Netflix zo gehypte oorlogsfilm. Het is een ware spektakelproductie geworden, maar ik vraag me af of de maker âim Westen nichts Neuesâ, het boek van Erich Maria Remarque, wel gelezen heeft. De meeste essentiĂ«le passages komen in de film niet voor en ook het einde wordt âalternatiefâ ingevuld. Als je de hoofdrolspelers in de film een andere naam geeft, dan gaat geen kenner de beroemde titel op het product plakken.
Rechten titel gekocht voor marketing
Er kunnen best verklaringen zijn voor bepaalde keuzes, maar die komen in de film niet naar voren. Nieuw bedachte verhaallijnen blijven hangen in het niets of leiden af van het originele anti-oorlogsthema. Ik vind dat gek. Je koopt de rechten om de roman en titel te gebruiken en vervolgens schrap je 85%. Het lijkt er bijna op dat de maker een bepaald idee had bij de Eerste Wereldoorlog en dat graag wilde vertellen, maar het om marketingredenen beter vond om er een bekende titel bij te betrekken.
Wij kochten indertijd juist de rechten op Oscar en Oma Rozerood om de essentie van het verhaal te brengen. En we wilden maar wat graag gebruik maken van de prachtige warme teksten van Eric-Emmanuel Schmitt.Â
âIk vind je mooi, zoals je bent,â zegt Oscar op een gegeven moment tegen zijn grote liefde in âOscar en Oma Rozeroodâ. Dat geldt ook voor de novelle, en ook voor de roman âim Westen nichts Neuesâ. De boeken zijn met zoveel zorg geschreven. Daar moet je geen karakters of verhaallijnen bij willen bedenken (of weglaten).
Drie solovoorstellingen ontwikkelde ik zonder een euro overheidssubsidie. Dat wil niet zeggen dat ik het allemaal alleen deed, want zonder de ondersteuning van met name Paul Dekker, de Meisner Toneelacademie en mijn familie had ik het allemaal niet gekund. Maar ondanks dat ik het tot dusver zonder subsidie heb gedaan, zie ik de afbreuk van de culturele sector met lede ogen aan.
Wat levert zo’n hobby precies op?
Kunstenaars worden makkelijk weggezet als mensen die hun hobby maar zelf moeten betalen. En deels ben ik het daar zeker mee eens, maar aan de andere kant vind ik dat de maatschappelijke en economische waarde van cultuur onderschat wordt. Want er zijn veel onderzoeken die aantonen dat mensen die vaak naar toneel en musea gaan over het algemeen fysiek en mentaal gezonder zijn dan mensen die dat niet doen. Maar die opbrengst van âde hobbyâ zie je nooit terug in de overzichten met kosten/baten.
Vincent van Gogh kreeg nooit een euro subsidie en leefde voornamelijk op een uitkering die hij kreeg van zijn broer Theo. In de talloze brieven die hij aan zijn broer schrijft, klaagt hij ondanks die hulp regelmatig over geldproblemen. Vincent leefde sober, maar het uitoefenen van kunst kost nu eenmaal geld. Materialen zijn nu eenmaal niet gratis. Vincent was doorlopend gestresst en overspannen, want hij had vaak geen idee hoe de volgende dag te overleven. In de tien jaar dat Van Gogh kunstenaar was, produceerde hij 900 schilderijen, 1100 tekeningen en bijna 1000 prachtige brieven. Hij maakte baanbrekend werk en was erg vernieuwend. Voortgedreven door (geld)zorgen, pleegde Van Gogh op 37 jarige leeftijd zelfmoord, maar stel je toch eens voor wat hij allemaal voor ons had kunnen doen als hij tien jaar langer had geleefd.
Vrijwilligers vangen de klappen op
Het is vooral de kleine culturele hoek die hard getroffen wordt. De ZZPâers die als kunstenaar ploeteren en er een baan bij hebben om hun huur te betalen. En de kleine theaters, podia en musea die draaien op vrijwilligers. Want de overheid ondersteunt vooral de hoofdinfrastructuur, zoals de publieke omroep en grote theaters, bekende muziekproducties en musea.
Deels is dit het resultaat van subsidieregelingen, want die zijn zo complex dat er een fondsenwerver voor nodig is om een aanvraag te doen. Die kost gewoon geld, of je die nu op de loonlijst zet of extern inhuurt. En dat geld voor specialisten hebben kleine theaters en ZZPâers gewoon niet.
Scholen hebben inmiddels ook vakken die betrekking hebben op het invullen van subsidieregelingen en het aanvragen van steun. Dat is letterlijk broodnodig, maar geeft nogmaals aan hoe complex die situatie geworden is. En de tijd die een school besteedt aan dat soort administratieve gedrochten, kan niet worden besteed aan het primaire ambacht, zoals het maken van kunst.
Wel geld voor milieuvervuiling niet voor cultuur?
Ik snap dat iedere euro telt, maar in totaal krijgt de cultuur met 500 miljoen euro steun een habbekrats. Dat is vijf keer het bedrag dat zonder administratie of garanties op een namiddag werd overgemaakt aan Sywert en zijn vrinden inzake het mondkapjesschandaal. Het is een tiende van het bedrag dat het ministerie onder Hugo de Jonge uitgaf en niet kan verantwoorden omdat er geen rekeningen van zijn. De bijdrage aan de culturele sector, waarin exclusief vrijwilligers zoân 170.000 mensen werkzaam zijn, valt in het niet bij de miljarden subsidies die Tata Steel met zijn 9000 banen (en bijbehorende vervuiling) krijgt.
Volgens Staatssecretaris Uslu moet de nadruk liggen op rust in de sector. Het bestaande financiële model wordt niet doorgezet, omdat het niet aansluit bij de ontwikkelingen in de sector aldus de politica twee dagen geleden in een brief aan het Parlement. Wel doorgezet wordt de papierwinkel, met als kanttekening dat ze het wil vereenvoudigen waar mogelijk. Verder wil ze veel opnieuw bekijken en onderzoeken. En nogmaals bespreken met allerhande bestuurders. Met andere woorden: een besluit over financiële ondersteuning van makers en podia wordt op de lange termijn geschoven.
De culturele sector wordt gemaakt door vrijwilligers en mensen die van hun passie hun beroep hebben gemaakt. De meesten kunnen daar niet of net van leven. starters en vrijwilligers zeker niet. Het uitstellen van besluitvorming brengt geen rust, maar vooral onduidelijkheid en onzekerheid bij een grote groep mensen en daar is niemand in de samenleving mee geholpen.
Oscar leerde mij dat het leven voor 10% bestaat uit dingen die je overkomen en dat 90% bepaald wordt door hoe je daarop reageert. Dat klinkt wrang, maar wat zou jij veranderen als je nog maar twee weken te leven hebt?
Dat bedoel ik.
Bewust kiezen
Levend voor morgen, raak je nu de toekomst kwijt. Want later is allang begonnen. En vandaag komt nooit meer terug. Dat is van âHet Klein Orkestâ met Harrie Jekkers.
Dat heette ooit trouwens âhet Groot Orkestâ, genoemd naar een Cabaretprogramma. Toen dat mislukte stopten een paar belangrijke muzikanten en leek het doek te vallen voor de band. De overgebleven leden wilden wel door, maar misten onder andere een solo-gitarist die conform de traditie essentieel was voor popmuziek. Omdat ze die niet konden vinden, legden ze die rol neer bij hun toetsenist. Uiteindelijk werd dat orgeltje bepalend voor de karakteristieke sound van âHet Klein Orkestâ en maakten ze prachtige (maatschappelijke) liederen als Koos Werkeloos, Oh oh Den Haag, Over de Muur, Laat mij maar alleen en Later is allang begonnen.
Die muziek was er allemaal niet gekomen als Jekkers vast had gehouden aan dat principe van die gitarist. En die kans was best groot, want in de meeste gevallen gaan de meeste mensen onder druk van buiten toch voor de zekerheid van de routine. Ik ben blij dat Het Klein Orkest koos voor de ziel en daarmee het onbekende culturele pad insloeg.
Veel tegenwind
Zelf kreeg ik ook de nodige kritiek toen ik ruim twaalf jaar geleden besloot te stoppen met mijn meer dan fulltime baan in de ICT. Ik wilde mijn gevoel achterna en iets met theater doen. Ik wist niet wat, maar wist wel dat ik in de ICT niet op zijn plek was. Ik ruilde zekerheid en aanzien in voor âiets vaagsâ in de culture sector, en dat kon niet iedereen waarderen.
Dat is nog vaak zo.
Dan vragen mensen naar mijn baan en zeg ik âactriceâ. Dan slikken ze twee keer en draaien ze wat met hun ogen. Dan volgt: âNee, ik bedoel je echte baan.â
Daar kun je op een paar manieren op reageren, maar ik lach erom en laat de opmerkingen verder voor wat het is. Van binnen heb ik best medelijden met mensen, die vastzitten in een denkpatroon waarin geen plek is voor een culturele sector.
In Oscar en Oma Rozerood speel ik in mijn eentje in ruim twee uur een volledig boek. Veel mensen vinden het bijzonder dat ik een novelle speel, terwijl het toch eigenlijk heel gebruikelijk is. Kijk dus een boek in het theater. In de bioscoop is alles dat je ziet ooit als boek begonnen.
Neem de iconische film âThe Green Mileâ met oa. Michael Clarke Duncan en Tom Hanks (onder meer te zien via Netflix). Een grandioos verhaal dat qua thematiek over het ongrijpbare raakvlakken heeft met âOscar en Oma Rozeroodâ dat ik in theater speel.
De rol van het onderbewustzijn
Die bioscoopproductie van âThe Green Mileâ begon zijn leven in het hoofd van Stephen King en werd een boek. Ik ben geen uitgesproken fan van King, al waardeer ik zijn levendige schrijfstijl. Waar hij voor mij in uitblinkt zijn de karakters, want die zijn ontzettend geloofwaardig. Een deel van die personages ontstaat volgens de schrijver in bed.
King gelooft in het onderbewustzijn. Hij noemt het âde jongens in de kelderâ. Hij gebruikt ze in zijn werkproces om zijn verhalen te maken. Als hij niet verder komt, dan vertrouwt hij erop dat âde jongens in de kelderâ tijdens het slapen het verhaal of het personage verder helpen.
De wereld door de ogen van Oscar
Schmitt, de schrijver van Oscar en Oma Rozerood, noemt het een innerlijke openbaring die elke mens in zijn leven herhaaldelijk doormaakt. Het was een mystieke ontmoeting in de Sahara die de filosoof Schmitt inspireerde tot een onderzoek naar het ongrijpbare. Hij dook uitgebreid in diverse religies en schreef er een serie boeken over. Daarover zegt hij: âHet gaat mij niet om religie, want hoe je die innerlijke kracht uitlegt is persoonlijk. Ik ben geĂŻnteresseerd in de wijsheid die achter de spiritualiteit schuilgaat.â
Oscar en Oma Rozerood is een prachtig verhaal over een aantal essentiĂ«le aspecten van zoân zoektocht. In het theater maak ik je deelgenoot van de ontdekkingsreis van Oscar. Je ziet de wereld door zijn ogen en hoort zijn filosofische overpeinzingen. Die zijn grappig, soms zelfs hilarisch. Het is met zoveel zorg en liefde opgeschreven en er zit zoveel wijsheid in dit verhaal, het is mijn plicht om iedere voorstelling recht te doen aan de intentie van de dappere Oscar.
We gingen even een busje kopen, omdat we steeds meer spullen mee moeten nemen voor de theatervoorstelling Oscar en Oma Rozerood. Althans, ‘even’ was het idee. Want hoe complex kan het zijn? We hebben geen exotisch ding nodig en marktplaats staat vol met autoâs op zoek naar een nieuwe functie. En met ‘busje komt zo’ in ons hoofd begon een onwerkelijke speurtocht door wat een hele dubieuze branche blijkt te zijn.
Er werkt veel schorremorrie in de autobranche
In het proces heb ik ontmoette ik tig autoverkopers en de meesten maakten geen integere indruk. Integendeel zelfs, want ook bij dealers van gerenommeerde merken lopen toch veel zwendelaars rond.
In de meeste gevallen belde ik vooraf over een specifieke auto en kreeg ik telefonisch alle informatie. Als ik hem dan liet reserveren en ik max 2 uur later ter plaatse was voor een proefrit, dan bleek de bus vaak “echt net verkocht” en werd me vervolgens iets aangeboden dat ze âbij toeval’ net binnen hadden gekregen en dat er op leek (als in: 4 wielen en een stuur).
In een aantal gevallen belde ik met grote dealers die meerdere vestigingen hadden en dan maakte ik via een receptie een afspraak om bij een locatie om de hoek een specifieke auto te bekijken. Eenmaal bij die vestiging aangekomen bleek dat ze daar geen idee hadden waar ik voor kwam of wat ik precies zocht. De receptie had dus maar wat gelogen over autoâs, beschikbaarheid en locatie.
Vaak boeide het de verkoper ook niet hoe ik bij zijn vestiging was gekomen, maar ging hij (altijd een hij) direct met mij achter zijn computer zitten om op zijn website te zoeken naar iets dat mij paste. Alsof ik zelf niet op internet kan zoeken naar een auto.
Mijn neef Lucas hield de moed erin
Na een week of drie speuren en talloze bezoeken was ik het vertrouwen in de auto-branche redelijk kwijt. Dankzij het optimisme van mijn neef bleef ik doorzoeken.
De Vito stond niet in de showroom, want daar was alleen plek voor een partij keurige (hele dure) personenwagens met weinig kilometers. De bus stond achter, op een veldje, want de Koerdische eigenaar (uit Irak, 2e generatie) reed er zelf in. Prachtige auto, keurig voor elkaar. Testrit was goed. Ik mocht hem op kosten van de verkoper overal laten keuren en de bus zelfs een paar dagen meenemen. Uiteindelijk waren we het snel eens over de bus en de kosten, maar wel op voorwaarde dat die sportvelgen zouden worden vervangen door stalen velgen die ik wat praktischer vind.
We hebben dus een bus! Nu nog van binnen verbouwen, maar dat zijn een paar balkjes en haken, dus dat komt zeker goed.
Helaas duurde dat veel langer dan we met zijn allen hadden verwacht en daarom begon ik te werken aan de volgende voorstelling: Naar Berlijn. Het idee was een muziektheatervoorstelling waarin ik geacteerd vertelde en zong over de Tweede Wereldoorlog in Oost-Europa. Een voorstelling over de onmetelijke offers die de bevolking daar moest maken, maar die de misdaden van het Rode Leger niet zou negeren.
Try-outs van ca 45 minuten speelde ik op 4, 5, 6, 9 en 10 mei 2021 voor internetstreams vanuit oa. In de Buurt, Odeon Cultuurhuis en de Koningstheateracademie In het half jaar daarna werkten we ideeën uit voor licht en special effects. Ik vond dat ik goed op weg was en reacties van kijkers bevestigden dat ook. Ik voorzag de voorstelling in 2022 af te kunnen ronden, zodat ie in 2023/2024 wellicht de theaters in zou kunnen.
Tanks aan de grens: voorstelling van koelkast naar shredder
Toen begon Rusland met het bewapenen van de grensstreek met OekraĂŻne. Het betekende het voorlopig einde van dit project. Geen haar op mijn hoofd dacht er aan om deze historische voorstelling te spelen zolang er tanks langs de grens met OekraĂŻne stonden.
Op de dag dat licht- en audio-installaties werden afgeleverd voor mijn toernee langs bevrijdingsevenementen met âZij zagen Oorlogâ, viel Rusland mijn geboorteland OekraĂŻne binnen. Ik besloot om de opbrengsten van de hele toernee te doneren aan OekraĂŻense weeskinderen. De vaste lezers van deze site en mijn nieuwsbrief weten daar alles van. Maar wat jullie niet weten is dat ik toen ook besloot om âNaar Berlijnâ definitief te archiveren.
Risico van het maken van theater met een boodschap
Soms achterhaalt de realiteit de situatie op toneel. Dan kun je niets anders dan je daaraan over te geven. Een show schrappen doet heel veel pijn, maar is het risico van het vak, de consequentie van het maken van theater met een boodschap.
Wat dat betreft ben ik ontzettend blij dat ik op dit moment Oscar en Oma Rozerood in theaters kan spelen. âHet leven is een gek cadeauâ, zegt Oscar op een gegeven moment, ââŠ. een lening die je probeert waar te maken.â Die mooie filosofische benadering dwingt me om scherp te blijven en voorkomt dat ik verdwaal in de ellende aan de andere kant van Europa.