Ksenia - algemeen

Geleidelijke gewenning

Op een zonovergoten dag wandel ik in Krakau door de stad. Ik ben er om onderzoek te doen voor een voorstelling van me. Plots hoor ik Joodse muziek, en zie aanprijzingen in het Hebreeuws en Jiddisj. Bij een cultureel centrum hangen foto’s van gegijzelde Israëliërs. De deuren van een synagoge staan wagenwijd open. Op straat wandelen mensen met een davidster om hun nek en op terrassen wordt uitbundig gelachen. 

Eeuwigheid

Onbewust ben ik de Joodse wijk in gewandeld. Ik sta op stenen die in de middeleeuwen zijn gelegd, toen Polen de Joden met open armen opving toen ze in Duitsland en Frankrijk aan de dood ontsnapten. De vluchtelingen kregen van de Poolse Koning toestemming om hun geloof openlijk te belijden. Ze mochten begraafplaatsen met eeuwigdurende grafrechten kopen en hun eigen scholen oprichten. Om me heen voel ik nog veel van die verdraagzaamheid. 

Geen verwarde mensen

Op dat moment realiseer ik me hoeveel we in Nederland kwijt zijn. In Polen staat geen politie voor de deur van het Joodse cultureel centrum, want dat is niet nodig. Er is niemand die een poster van de muur trekt. Hier geen bunkers die dienst doen als Joodse scholen. En er liggen ook geen betonblokken om ons te beschermen tegen “verwarde” automobilisten. Ik schaam me voor ons kikkerlandje, het land waar ik zoveel van hou, maar waar veel Joden eigenlijk geen leven meer hebben. 

Ik schaam me ook voor mezelf. Want die geleidelijke gewenning aan de intolerantie is het begin van het einde. 

Deel dit: